Opleidingen |
Organisatie Ontwikkelings Projecten |
Coaching en intervisie |
|
Robert Paul Schwippert
De waarheid toont zich tussen mensen, is vergankelijk en is van niemand. Dat is het leidende principe in ‘De onderstroom boven', waarin Jan Piet van Deene uitvoerig ingaat op- de rol van groepsdynamica bij veranderprocessen.
Jan Piet van Deene schetst hoe je - als je mensen betrekt bij verandering - te maken krijgt met spanningen en hoe je deze in de praktijk kunt hanteren. Niet controleren dus, De onderstroom boven gaat niet over planmatige verandering. Maar voor wie ook gelooft dat juist het proces waarlangs een resultaat wordt bereikt (en niet het resultaat zelf) transformatieve kracht heeft en gedragsverandering faciliteert, is dit een toegankelijk, praktisch en inspirerend boek. Aan te raden voor iedere actieonderzoeker die met groepen werkt.
Actieonderzoek is een zogenaamde participatieve veranderaanpak. Dat betekend dat er niet ‘voor’, maar ‘met’ mensen wordt gewerkt. Dit vanuit het principe dat juist de betrokkenen richting geven aan de oplossing. Maar dat betekent dat er wel complexiteit in huis gehaald wordt, immers: zoveel mensen zoveel meningen. En niet iedereen spreekt zich uit, gevoelens en gedachten worden niet altijd gedeeld. Dan hebben we te maken met de onderstroom. Hoe kunnen we deze onderstroom voorkomen, zichtbaar maken en in goede banen leiden? In acht hoofdstukken neemt de auteur ons mee op een mooie reis door de groepsdynamica. Waarin theorie ter illustratie wordt afgewisseld met praktijkervaringen.
Het boek start met een heldere positionering van actieonderzoek en hoe deze methodologie – door het verbinden van onderzoek en implementatie – verschilt van de reguliere veranderaanpak. De actieonderzoeker heeft een dubbele taak: enerzijds inhoudelijk – om de verhouding die betrokkenen hebben met hun vraagstuk in de praktijk te ontwikkelen. Echter wanneer deze samenwerking stokt, komt de leertaak centraal te staan en gaat het over het onderzoeken van de ervaringen van de deelnemers in het proces. Dan gaat het niet meer over het ‘daar en dan’, maar over de ervaringen in het ‘hier en nu’ .Een belangrijk punt omdat in mijn beleving dit laatste type gesprek in organisaties maar weinig gevoerd wordt.
Hierna wordt de onderstroom behandeld. Dat wil zeggen: de gevoelens en gedachten die groepsleden niet in een gesprek willen of kunnen brengen. Er wordt – soms wat abstract – beschreven welke verschillende typen onderstroom er zijn en waar deze uit voortkomen. Ook beschrijft van Deene wat een groepsbegeleider kan doen om te zorgen dat er geen onderstroom ontstaat. Denk hierbij aan het creëren van voldoende veiligheid om aan onveiligheid te kunnen werken. Dit kan door het gebruik van externe of interne veranderruimte, een grote diversiteit aan vertegenwoordigers bij elkaar te brengen etc.
Wanneer er toch een onderstroom ontstaat zal de actieonderzoeker ermee aan de slag moeten. Hetzij als begeleider bij het werken aan de inhoudelijke taak, hetzij als procesconsultant aan de leertaak. Bij de inhoudelijke taak gaat het om het ontdekken van de betekenis van ervaringen die bij betrokkenen leven over het vraagstuk. De auteur noemt dit onbedachte maar wel al toegelaten ervaringen. Hier is het belangrijk een anker te geven voor toekomstig handelen en woorden te vinden voor nieuw perspectieven – ook wel een proces van ‘sensemaking’ genoemd. Daarnaast is het belangrijk niet legitiem geachte gevoelens en gedachten te onderzoeken, bijvoorbeeld door te kijken of deze terecht of ingebeeld zijn. Bij de leertaak gaat het meer over onbewuste angsten als verklaring voor defensief groepsgedrag. Hierbij gaat het vooral om de inzet van de procesbegeleider zelf als instrument: hoe kan je eigen ervaringen gebruiken om de groep te helpen en hoe weet je of het van de groep is of van jou….?!
Van Deene maakt ook een aansluiting met diverse vormen van defensiemechanismen bij groepsgedrag. Denk aan projectie, projectieve identificatie en splitsing. Kennis van deze vormen kan helpen bij het beter verkennen van interne stemmen, de moed vergroten om deze bespreekbaar te maken en hiermee de onderstroom als bron van informatie te gebruiken.
Vanuit de gedachte dat een actieonderzoeker naast kennis van groepsgedrag ook de context van de groepen goed in kaart moet hebben, besteedt van Deene in het laatste hoofdstuk aandacht aan organisatieontwerpprincipes. Dit is gestoeld op de gedachte zoals Churchill deze al verwoordde: ‘Eerst geven wij vorm aan onze structuren, dan vormen deze structuren ons’. Ik vind dit een belangrijk punt. Wanneer participatief actieonderzoek wordt uitgevoerd in een traditionele (defensieve) organisatievorm, zal dit niet altijd gemakkelijk gaan.
Het lezen van De onderstroom boven was voor mij een feest van herkenning en een bron van inspiratie. Het boek heeft een heldere verhaallijn, veel praktische voorbeelden en mooie quotes. Het is een boek waarvan ik denk dat het de jarenlange ervaring van de auteur met het werken met groepen duidelijk zichtbaar maakt. Niet voor ‘blauwe’ veranderaars, maar voor wie denkt dat je de buitenwereld niet kan veranderen, maar wel kan proberen deze beter te begrijpen. Zodat we ons er beter toe kunnen verhouden en er beter mee om kunnen gaan…..
Over Robert Paul Schwippert
Robert Paul Schwippert is eigenaar van Delta Company, een adviesbureau gespecialiseerd in verandering. Hij heeft ruim 25 jaar ervaring met organisatieverandering in het internationaal bedrijfsleven (PepsiCo, Heineken, Philips, BP). Hij is gastdocent bij o.a. Nyenrode en lid van het AI Gilde, een organisatie die duurzame verandering faciliteert door de relatie tussen mensen centraal te stellen.
http://www.deltacompany.nl
‘De onderstroom boven’ is te bestellen bij Managementboek.nl
IOD CRAYENESTERSINGEL 59 2101 AP HEEMSTEDE TEL: 023 5283678 INFO@IOD.NL